Alan Turing

Alan Turing (1912-1954) is de grondlegger van de informatica en de kunstmatige intelligentie. Hij wordt gezien als één van de meest invloedrijke personen van de twintigste eeuw.

Alan Turing ontwikkelde in de jaren ’30 met de Turingmachine het concept van de moderne computer en was eind jaren ’40 betrokken bij de realisatie daarvan. Daarbij stelde hij in de Turingtest als eerste de vraag of machines als mensen kunnen denken. In de Tweede Wereldoorlog speelde Turing een belangrijke rol met het kraken van de Enigma-code waarmee de Duitsers hun geheime boodschappen versleutelden.

Aanloop naar de Turingmachine

Alan Turing wordt op 23 juni 1912 geboren in Londen. Van 1931 tot 1934 studeert hij wiskunde aan het King’s College in Cambridge. Hier is men dermate onder de indruk van zijn kwaliteiten dat hij in 1935 als fellow in Cambridge aan het werk kan. In zijn jaren op Cambridge houdt Turing zich bezig met het berekenbaarheidsprobleem. Dit probleem, opgesteld door de wiskundige Hilbert in 1928, vraagt of er een procedure bestaat die eenduidig kan bepalen of een wiskundige stelling waar of onwaar is. In een zoektocht naar een dergelijke procedure stelt Turing in 1936 de Turingmachine voor. Dit is een hypothetische machine die een rij nullen en enen op een lint kan bewerken volgens een vaste set regels. Turing liet zien dat een dergelijke machine elke denkbare wiskundige berekening kan uitvoeren, zolang deze als een set regels, die Turing algoritmes noemde, geschreven kan worden. In de Turingmachine zijn de contouren van de moderne computer zichtbaar. De logica van het lezen en schrijven van een reeks nullen en enen op basis van een algoritme werd de basislogica van waaruit de computer zou gaan functioneren: één machine voor alle mogelijke taken.

Codes kraken

In de Tweede Wereldoorlog was Alan Turing één van de leidende codebrekers op Bletchley Park, het landgoed even ten noorden van Londen dat als hoofdkwartier van de cryptanalysten diende. Hoofddoel was het kraken van de Enigma, de codeermachine die de Duitsers voor hun geheime berichten gebruikten. Verstelbare tandwielen en bedrading maakten een ontelbare hoeveelheid instellingen van de machine mogelijk. De Duitsers kozen elke dag een andere instelling, waardoor de machine lange tijd onbreekbaar leek. Met behulp van Poolse codebrekers ontwierp Alan Turing de Bombe. Deze mechanische ontcijfermachine probeerde in de onderschepte tekst veel voorkomende stukjes tekst, zoals functies en namen, te vinden. Met die informatie lukte het Turing om binnen enkele uren de juiste daginstellingen van de Enigma te achterhalen. De informatie die op deze manier onderschept kon worden heeft de geallieerden enorm geholpen in hun strijd tegen de Duitsers.

De Bombe was ontworpen voor één specifieke taak, maar Turing droomde van een apparaat dat alle logische taken zou kunnen uitvoeren. Na de Tweede Wereldoorlog werkte Turing bij het National Physics Laboratory aan zijn Automatic Computing Engine (ACE), die werkte aan de hand van instructies die in geheugenopslag waren vastgelegd. Al snel ontdekte hij dat een computer zelf zijn eigen code kan samenstellen uit een vaste set instructies, en in 1947 ontwikkelde hij het concept van de Abbreviated Code Instructions, de eerste notie van een programmeertaal. Door een gebrek aan medewerking lukte het Turing niet zijn ACE daadwerkelijk gebouwd te krijgen. Zijn ontwikkelde concepten van geheugenopslag werden door onderzoekers aan de Universiteit van Manchester gebruikt om in 1948 de eerste werkende computer te bouwen.

De Turingtest

Tegelijk met het idee van de computer was Turing er ook van overtuigd dat de kunstmatige intelligentie van computers uiteindelijk de functies van de menselijke hersenen zou kunnen imiteren of zelfs overstijgen. In 1950 publiceert Turing een beroemde paper waarin hij de Turingtest voorstelt. De Turingtest is een experiment dat antwoord moet geven op de filosofische vraag of computers kunnen denken. Volgens Turing denkt een computer als een mens op het moment dat een mens niet meer kan bepalen of hij met een computer praat of met een ander mens. De Turingtest is nog steeds een belangrijk concept in de cognitieve filosofie in de discussie over de menselijke geest.

Bioinformatica

Turing houdt zich bezig met alles waar zijn interesse hem voert. Dat is naast wiskunde en informatica ook biologie. Hij ontwikkelt ideeën om de net uitgevonden computer te gebruiken om de groei van biologische structuren te onderzoeken, en legt hiermee de basis van de bioinformatica. Hij ontdekt onder andere dat biologische patronen zoals zebrastrepen en de symmetrie van zonnebloemen het resultaat zijn van zogenaamde reactie-diffusiesystemen.

Homoseksueel

Alan Turing heeft er nooit echt een geheim van gemaakt homoseksueel te zijn. In 1952 doet hij aangifte van diefstal door een minnaar. Tijdens de ondervraging komt de politie erachter dat Turing een seksuele relatie met de man had. Omdat homoseksualiteit in Engeland bij wet verboden was, werd Turing aangeklaagd en veroordeeld tot chemische castratie.

Voor het oog van zijn omgeving lijkt Turing zijn veroordeling en straf onaangedaan te ondergaan, maar op 8 juni 1954 vindt zijn schoonmaakster hem dood in huis, met een half opgegeten appel naast zich. Turing blijkt gestorven door een cyanidevergiftiging, en het rapport van de lijkschouwer oordeelt zelfmoord. Turing was pas 41 jaar oud.