Banken en andere financiële instellingen willen financiële derivaten verhandelen, en daarbij tot in detail begrijpen welke risico’s ze lopen. In zijn promotieonderzoek heeft CWI-onderzoeker Anton Van der Stoep wiskundige methoden verbeterd en ontwikkeld voor het modelleren van de prijzen van financiële derivaten. Op 25 maart 2019 verdedigt hij in het openbaar zijn proefschrift Pricing and Calibration with Stochastic Local Volatility in a Monte Carlo Setting aan de Technische Universiteit Delft.
Van der Stoep heeft een specifieke categorie financiële wiskundige modellen geanalyseerd. Zulke modellen gaan ervan uit dat de prijs van bepaalde financiële grootheden, zoals de aandelenkoers, rente of wisselkoers, met een stochastische ‘snelheid’ varieert. Deze snelheid wordt ook wel volatiliteit genoemd.
Valideren
Het belangrijkste doel van Van der Stoep was om deze modellen zo te ontwerpen dat ze de prijzen van ingewikkelde financiële overeenkomsten, die afhankelijk zijn van de wisselkoers, nauwkeurig kunnen modelleren. Tegelijkertijd moeten deze modellen nauwkeurig en efficiënt de eenvoudigste producten valideren die het intensiefst worden verhandeld op de markt. Met andere woorden, het model moet worden gekalibreerd op de eenvoudigste producten. De belangrijkste numerieke methode die Van der Stoep heeft toegepast om dit te bereiken was een door hemzelf sterk verbeterde variant van Monte Carlo-simulatie.
Handelsrisico’s
Door het onderzoek van Van der Stoep kan de prijsontwikkeling van ingewikkelde financiële overeenkomsten nauwkeuriger worden gemodelleerd. Met verbeterde modellen krijgen banken en andere financiële instellingen een beter inzicht in hun huidige winstverliespositie en de risico’s die ze lopen door zulke producten te verhandelen.
Financiering
Van der Stoep voerde zijn onderzoek uit binnen de Scientific Computing-groep van CWI, die efficiënte wiskundige methoden ontwikkelt om praktijkverschijnselen met inherente onzekerheden te simuleren en voorspellen. Zijn onderzoek werd gefinancierd door de Rabobank en begeleid door prof.dr.ir. Kees Oosterlee.