Met het software concept 'mobiele kanalen' kunnen diensten op het web efficiënter en flexibeler gecombineerd worden. Hoe mobiele kanalen werken wordt beschreven door Juan V. Guillen Scholten van het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) in zijn proefschrift 'Mobile Channels for Exogenous Coordination of Distributed Systems', waarop hij op woensdag 10 januari 2007 aan de Universiteit Leiden hoopt te promoveren.
De laatste jaren stijgt zowel bij informatici als gebruikers de belangstelling voor gedistribueerde computersystemen, zoals het internet. Een gedistribueerd systeem bestaat uit verschillende onafhankelijke computers in een netwerk dat voor gebruikers één coherent systeem lijkt te zijn. Op elke computer is minimaal een softwarecomponent aanwezig die communiceert met componenten die op andere computers staan, zoals databases, webdiensten of peer-to-peer applicaties om data uit te wisselen, bijvoorbeeld Skype, Kazaa of Napster. Omdat al die componenten verspreid en tegelijkertijd draaien, zijn er geschikte theorieën en infrastructuren nodig voor een efficiënte coördinatie.
Guillen Scholten ontwikkelde het MoCha coördinatie-framework, dat zowel uit modellen als uit software (middleware) bestaat. Het is in staat om componenten van buitenaf te coördineren. Hierdoor kan MoCha het systeemgedrag wijzigen zonder de softwarecomponenten te hoeven aanpassen. Ook kan het verbindingen tussen componenten dynamisch veranderen. Deze eigenschap is zeer nuttig wanneer de componenten zelf mobiel zijn. MoCha kan efficiënt toegepast worden op Grids, in servicegerichte architecturen (SOA's), component-based software en bijvoorbeeld in thuisnetwerken.
- Meer informatie: juan.guillen.scholten@gmail.com, www.liacs.nl/~jguillen/. Promotor: Prof. dr. F. Arbab; co-promotoren: dr. F.S. de Boer, dr. M.M. Bonsangue