Een team van Nederlandse wetenschappers heeft een supercomputer gebouwd ter grootte van vier pizzadozen. De Little Green Machine II heeft het rekenvermogen van 10.000 pc's en zal gebruikt worden door onderzoekers in de oceanografie, informatica, kunstmatige intelligentie, algoritmiek, financiële modellering en sterrenkunde. CWI-onderzoekers Joost Batenburg en Kees Oosterlee, die meewerkten aan de ontwikkeling van de kleine supercomputer, zullen de machine gebruiken voor respectievelijk computational imaging, en machine learning for time series. De computer is ontwikkeld met hulp van IBM en staat bij de Universiteit Leiden.
De supercomputer genereert een rekenvermogen van ruim 0,2 Petaflops. Dat zijn 200.000.000.000.000 berekeningen per seconde. Daarmee evenaart de supercomputer het rekenvermogen van meer dan 10.000 normale pc's.
De onderzoekers maakten hun supercomputer door vier pc's met elk vier speciale grafische kaarten te verbinden via een supersnel netwerk. Projectleider Simon Portegies Zwart (Universiteit Leiden): "Ons ontwerp is heel compact. Je zou hem zelfs in een bakfiets kunnen vervoeren. Bovendien is het elektriciteitsverbruik slechts ongeveer 1% van dat van een vergelijkbare grote supercomputer."
In tegenstelling tot voorganger Little Green Machine I gebruikt de nieuwe supercomputer geprofessionaliseerde grafische kaarten die geschikt zijn voor grote wetenschappelijke berekeningen en niet meer de standaard spelletjeskaarten uit de computerwinkel. De machine is ook niet meer gebaseerd op de x86-architectuur van Intel, maar bevat de veel snellere, door IBM ontwikkelde, OpenPower-architectuur.
Sterrenkundige Jeroen Bédorf (Universiteit Leiden): "De onderlinge communicatie tussen de kaarten is in het afgelopen half jaar enorm verbeterd. Hierdoor waren we in staat verschillende kaarten met elkaar te verbinden tot een geheel. Deze technologie is essentieel voor de bouw van een supercomputer, maar niet zo heel zinnig voor het spelen van spelletjes."
Voor de eerste tests simuleerden de onderzoekers de botsing tussen de Melkweg en de Andromedanevel die over ongeveer vier miljard jaar plaatsvindt. Een paar jaar geleden tartten de onderzoekers met deze simulatie de enorme Titan-computer (17,6 Petaflops) in het Amerikaanse Oak Ridge. "Nu kunnen we deze berekeningen zelf thuis doen", zegt Jeroen Bédorf, "Dat is wel zo makkelijk."
Little Green Machine II is de opvolger van Little Green Machine I uit 2010. De nieuwe kleine supercomputer is ongeveer tien keer zo snel als zijn voorganger die vandaag met pensioen gaat. De naam Little Green Machine is gekozen vanwege de kleine afmetingen en het lage energieverbruik. Daarnaast is het een knipoog naar de in 1967 door Jocelyn Bell-Burnell ontdekte radiopulsar. Die pulsar, de eerste ooit ontdekt, kreeg de bijnaam LGM-1, waarbij LGM staat voor Little Green Men.
De bouw van de kleine supercomputer kostte ongeveer 200.000 euro en is financieel ondersteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Aan de ontwikkeling werkten de volgende onderzoekers mee: Joost Batenburg (CWI), Gerard Barkema (Universiteit Utrecht), Jeroen Bédorf (Universiteit Leiden), Rob Bisseling (Universiteit Utrecht), Arjen Doelman (Universiteit Leiden), Henk Dijkstra (Universiteit Utrecht), Barry Koren (TU Eindhoven), Kees Oosterlee (CWI), Aske Plaat (Universiteit Leiden), Simon Portegies Zwart (Universiteit Leiden), Kees Vuik (TU Delft) en Harry Wijshoff (Universiteit Leiden).