Ruim 1 procent van de Nederlanders is momenteel actief op een platform voor burgerhulpverlening. Denk bijvoorbeeld aan HartslagNu voor reanimaties en Burgernet voor het opsporen van personen, of Ready2helpers van het Rode Kruis, die vrijwilligers inzet bij hoog water. Er zijn dus al best veel mensen bereid om te helpen in noodsituaties, maar met meer burgerhulpverleners zou eerste hulp nog sneller op gang kunnen komen. En dat kan levens redden. Het is dan wel belangrijk om te weten op welke plekken organisaties de meeste nieuwe vrijwilligers moeten zoeken. Rob van der Mei (Stochastics groep) bouwt daarom wiskundige modellen die het werven en oproepen van vrijwilligers optimaliseren.
Brandweer
Zo werkt hij samen met de brandweer van Amsterdam-Amstelland, die de ambitieuze doelstelling heeft om de komende jaren 100.000 burgerhulpverleners te werven ter ondersteuning. Gedachte hierachter: de brandweer is snel, de buurman is sneller. Van der Mei rekende mee aan diverse scenario’s die laten zien met hoeveel seconden de responstijd daalt bij de inzet van verschillende aantallen burgerhulpverleners. Zijn het er 100.000 – optimaal verdeeld over de regio – dan daalt de reactietijd met vier minuten (het landelijke gemiddelde is acht minuten) . Beschik je over 50.000 vrijwilligers, dan is de winst nog steeds groot: drie minuten en 26 seconden. En zijn ze op de fiets? Trek er dan bij elk scenario nog maar eens 50 seconden af.
Reanimatie
Een andere samenwerking ontstond aan de Vrije Universiteit, waar Caroline Jagtenberg – voormalig oio binnen de Stochastics groep en gepromoveerd bij Van der Mei – een model ontwikkelde waarmee je kunt zien waar je vrijwilligers nodig hebt. Zij deed inspiratie op voor haar onderzoek aan de University of Auckland in Nieuw-Zeeland. In Auckland werkt de ambulance service met het GoodSAM systeem, waarmee getrainde vrijwilligers opgeroepen worden voor reanimaties, omdat zij vaak sneller ter plaatse kunnen zijn. Jagtenberg: “Op basis van hun gegevens kon ik een model bouwen waarmee we kunnen inschatten waar in de stad veel vrijwilligers nodig zijn, gegeven dat mensen zich gedurende de dag vrij willekeurig door een stad bewegen.
Niet onnodig oproepen
Dit model, in april gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Management Science, kan ook worden gebruikt in andere landen die meer willen inzetten op burgerhulp. Met deze studie in de hand en de resultaten van de scenario’s voor de brandweer, dienden Jagtenberg, Van der Mei en hun Rotterdamse collega Pieter van den Berg een projectvoorstel in bij TKI Dinalog. Dit voorstel – getiteld ‘Strategic Prescriptive Response for Immediate Needs Through Empowered Residents’, kortweg SPRINTER – is vorig jaar gehonoreerd.
Van der Mei: “Met SPRINTER willen we de inzet verbeteren van vrijwilligers bij nooddiensten. Dit doen we door wiskundige modellen te ontwikkelen die zijn gebaseerd op data en data-analyse van ‘Community First Responder (CFR) systemen’.” Projectleider Jagtenberg vult aan: “We zoeken uit hoe vrijwilligers op de beste manier kunnen worden ingezet, snel en effectief, maar zonder dat mensen overvraagd worden. Je wil niet dat vrijwilligers steeds onnodig worden opgeroepen."
De onderzoekers werken samen met publieke en private partners die zich bezighouden met burgerhulpverlening: het Rode Kruis, de Brandweer Amsterdam-Amstelland, Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, Beep for Help, LIVES, NIPV en Axira.